|
Als je de naamgeving nog een keer wilt bekijken, kun je hier klikken:
Naamgeving VoorwerpsafstandenHet is weer van essentiëel belang dat je alle volgende tekeningen zelf natekent ! Zonder oefening onthou je immers niks.We gaan de voorwerpsafstand kleiner maken in stapjes maar we houden een voorwerp met een hoogte van 2 cm. We tekenen nog eens snel het beeld bij het voorwerp op v = 6 cm voor de lens met een hoogte van V = 2 cm. je zult inmiddels wel eens gezien hebben, dat je dit beeld kan zien, als je langs de lens kijkt naar een scherm. We noemen dit een reëel beeld. Het beeld is half zo groot als het voorwerp. (Vergroting N = hoogte beeld / hoogte voorwerp = 1 / 2 = 0,5.) (Zie tekening) In de volgende tekening is een voorwerpsafstand v = 5 cm gekozen. Kijk goed, wat er gebeurt met het beeld. Juist ! Het wordt groter ! (Reken na: N = 0,667 !) Je kunt aan de 3e constructiestraal goed zien op welke hoogte het beeld uit gaat komen ! (Zie tekening) In de volgende tekening is een voorwerpsafstand v = 4 cm gekozen. Het beeld wordt nu duidelijk groter, terwijl de voorwerpsafstand juist kleiner wordt ! In deze tekening is het beeld precies even groot als het voorwerp. (Reken na: N = 1 !) (Zie tekening) In de volgende tekening is een voorwerpsafstand v = 3 cm gekozen. Het beeld is nu twee keer zo groot als het voorwerp ! (Reken na: N = 2 !) (Zie tekening) In de volgende tekening is een voorwerpsafstand v = 2 cm gekozen. Nu krijgen we een probleem met de 3e constructiestraal, maar we blijven gewoon de tekenregels voor de constructiestralen volgen. Er kan nu geen beeld gevormd worden, want de 1e en de 2e constructiestraal lopen na de lens precies evenwijdig en snijden elkaar nooit (zelfs niet als je ze terug de andere kant op stippelt) en de 3e constructiestraal komt helemaal nooit op de lens terecht ! Je zou kunnen zeggen, dat het beeld in het oneindige ligt: N = ∞ (dit teken betekent oneindig). (Zie tekening) We gaan nu in kleinere stapjes dichter naar de lens toe en hebben een voorwerpsafstand v = 1,5 cm gekozen. Er is een probleem met de 3e constructiestraal, maar die tekenen we de andere kant op en we blijven verder gewoon de tekenregels voor de constructiestraal volgen. Om deze straal te kunnen tekenen, moeten we ook de lens even verlengen met een stippellijn. Er lijkt geen beeld gevormd te kunnen worden, want de constructiestralen lopen na de lens uit elkaar, maar als we ze terug stippelen snijden ze elkaar voor de lens ! Er is dan ook geen echt beeld, maar een virtueel beeld (de lens wordt nu gebruikt als vergrootglas, want zo'n virtueel beeld kun je alleen zien als je door de lens heen kijkt). N = -4. (Zie tekening) In de volgende tekening is een voorwerpsafstand v = 1 cm gekozen. We houden dezelfde problemen, maar die weten we wel op te lossen ! Er is weer geen echt beeld, maar een virtueel beeld: N = -2. (Zie tekening) In de alweer laatste tekening is een voorwerpsafstand v = 0,5 cm gekozen. We lossen de problemen weer op en worden daar al handig in ! Er is weer geen echt beeld, maar een virtueel beeld: N = -1,333. Je ziet, dat bij virtuele beelden de beelden altijd vergroot blijven ! (Zie tekening) We weten nu wat voor effecten het veranderen van de voorwerpsafstand heeft. We weten zelfs hoe we een virtueel beeld moeten tekenen ! Nu gaan we dat eens proberen samen te vatten in een overzichtelijke tabel. Samenvatting. |
|